Maria I van Schotland, ook wel bekend als Mary Stuart, was een van de meest intrigerende en controversiële figuren uit de Schotse geschiedenis. Geboren op 8 december 1542, was zij de enige wettige dochter van koning James V van Schotland en zijn Franse vrouw, Marie de Guise. Maria werd op jonge leeftijd koningin van Schotland en haar bewind werd gekenmerkt door politieke intriges, religieuze conflicten en persoonlijke tragedies.
Jeugd en vroege leven
Maria werd geboren in het paleis van Linlithgow en was nog maar zes dagen oud toen haar vader stierf. Hierdoor werd zij automatisch koningin van Schotland. Vanwege haar jonge leeftijd werd er een regentschap ingesteld en werd Maria naar Frankrijk gestuurd om op te groeien aan het Franse hof.
In Frankrijk kreeg Maria een uitstekende opleiding en werd ze blootgesteld aan de Franse cultuur en politiek. Ze werd opgevoed als een vrome katholiek en ontwikkelde een sterke band met haar neef, de latere koning Frans II van Frankrijk. In 1558 trouwde Maria op vijftienjarige leeftijd met Frans en werd ze koningin van Frankrijk.
Terugkeer naar Schotland
Het geluk van Maria in Frankrijk was echter van korte duur. In 1560 overleed Frans II en werd Maria weduwe op slechts achttienjarige leeftijd. Ze keerde terug naar Schotland, waar ze werd geconfronteerd met een verdeeld en religieus verscheurd land.
Als katholiek werd Maria geconfronteerd met de groeiende invloed van het protestantisme in Schotland. Dit leidde tot spanningen en conflicten tussen de katholieke en protestantse facties in het land. Maria probeerde een gematigde koers te varen en religieuze tolerantie te bevorderen, maar slaagde er niet in om de religieuze verdeeldheid te overwinnen.
Politieke intriges en gevangenschap
Maria’s bewind werd gekenmerkt door politieke intriges en machtsstrijd. Ze werd geconfronteerd met tegenstand van verschillende Schotse edelen, die haar autoriteit betwistten en probeerden haar van de troon te stoten. Daarnaast had Maria te maken met de rivaliteit tussen Engeland en Schotland, met name met koningin Elizabeth I van Engeland.
De rivaliteit tussen Maria en Elizabeth was niet alleen politiek, maar ook persoonlijk. Maria claimde de Engelse troon als haar rechtmatige erfgoed, omdat ze een afstammeling was van Henry VII van Engeland. Dit zorgde voor spanningen tussen de twee koninginnen en leidde uiteindelijk tot de ondergang van Maria.
In 1567 werd Maria gedwongen af te treden als koningin van Schotland na de moord op haar tweede echtgenoot, Lord Darnley. Ze hertrouwde met de belangrijkste verdachte van de moord, James Hepburn, de graaf van Bothwell. Deze gebeurtenis zorgde voor grote verontwaardiging en leidde tot een opstand tegen Maria.
Maria werd gevangengenomen en afgezet als koningin. Ze bracht bijna twintig jaar door in gevangenschap, waarvan het grootste deel in Engeland. Elizabeth I zag Maria als een bedreiging voor haar eigen troon en hield haar gevangen onder het mom van bescherming.
Executie en nalatenschap
In 1586 werd Maria beschuldigd van betrokkenheid bij een complot om Elizabeth I te vermoorden. Na een langdurig proces werd Maria schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. Op 8 februari 1587 werd ze onthoofd in Fotheringhay Castle.
Maria’s dood markeerde het einde van een tijdperk en had grote gevolgen voor de Schotse en Engelse geschiedenis. Haar zoon, James VI van Schotland, volgde Elizabeth I op als koning van Engeland en Schotland, waarmee de unie tussen de twee landen werd versterkt.
Hoewel Maria’s bewind kort en tumultueus was, wordt ze nog steeds herinnerd als een van de meest fascinerende figuren uit de Schotse geschiedenis. Haar tragische leven en haar strijd voor macht en erkenning hebben haar een blijvende plaats gegeven in de annalen van de geschiedenis.
Samenvatting
Maria I van Schotland, ook bekend als Mary Stuart, was koningin van Schotland en Frankrijk. Haar bewind werd gekenmerkt door politieke intriges, religieuze conflicten en persoonlijke tragedies. Maria keerde terug naar Schotland na de dood van haar man en werd geconfronteerd met een verdeeld land. Ze werd gevangengenomen en afgezet als koningin na de moord op haar tweede echtgenoot. Maria bracht bijna twintig jaar door in gevangenschap en werd uiteindelijk ter dood veroordeeld. Haar dood had grote gevolgen voor de Schotse en Engelse geschiedenis en haar zoon volgde Elizabeth I op als koning van Engeland en Schotland.